Appel (Pirus malus)
1. Bestanddelen:
- Mineralen en oligo-elementen: ijzer, magnesium, aluminium, mangaan, fosfor, potassium (kalium), zwavel, chloor (chloride), silicium, quercetine, galactaan, sodium (natrium), tannine, cellulose, enzymen, pectine.
2. Werking:
Engels spreekwoord: 'An apple a day, keeps the doctor away'.
a. Vrucht:
- Bevordert de spijsvertering.
Slorpt veel giften op in de darm.
Vermeerdert de urinelozing.
Loost veel urinezuur.
Gunstig tegen reuma, jicht, arthritis.
Doet vermageren (1 kg. per dag eten).
Appelen + rijst, 1 à 2 maanden genomen, verlaagt de bloeddruk.
Neemt oedeem weg, ontstaan ten gevolge van nier-of hartkwalen.
Eén appel eten voor het slapengaan doet goed slapen.
Sterkt maag, lever en nieren.
Geraspte appel bruin laten worden: tegen diarree.
Verdrijft bloedsopdrang ten gevolge van volbloedigheid.
Tegen aambeien, verstopping, vetzucht, blaas- en nierkwalen.
Geeft denkkracht, evenwicht, zelfbeheersing en levenskracht.
b. Appelmoes:
- Uitstekend middel tegen verkoudheid, heesheid en hoest.
c. Appelthee:
- één appel in stukken snijden, overgieten met kokend water en laten trekken:
Sterk zenuwkalmerend.
Heelt bij ontstekingen en koorts, hoest en bronchitis.
e. Appelzalf:
- Appelsap + evenveel olijfolie tegen kwetsuren.
Tegen schurft: snij een appel in twee stukken en snij het klokhuis eruit. Vul beide helften met solferbloem.
Breng de 2 delen weer samen. Bak in de oven. Maak er moes van. Bestrijk met deze zalf de zieke delen.